U heeft recht op de financiële tegemoetkoming van de Raad voor Rechtsbijstand (toevoeging) als u in het jaar 2018 niet meer dan een bepaald inkomen en een bepaald vermogen hebt gehad.
Als het gaat om de norm voor inkomen, zijn er twee varianten: u heeft een of meer ingeschreven minderjarige kinderen op uw officieel inschrijvingsadres of dit is niet het geval. Is dit wel het geval dan is de de norm €39.400,-. Heeft u een inkomen gehad dat lager was, dan heeft u wat het inkomen betreft recht op toevoeging. Zijn er geen minderjarige kinderen ingeschreven op uw officieel inschrijvingsadres, dan is de norm €27.900,-.
Als het gaat om de norm voor vermogen, is het eenvoudiger: er mag in 2018 niet meer dan €30.000,- aan Box 3 vermogen (tweede huis en/of spaargeld) per persoon zijn geweest; dus voor twee personen mag u gezamenlijk tot €60.000,- Box 3 vermogen hebben gehad.
Wel moet hieraan worden toegevoegd dat het zogenaamde ‘financieel resultaat na scheiding’ nog roet in het eten kan gooien. De toevoeging op grond van inkomen en vermogen is namelijk altijd voorlopig; zij wordt pas definitief als het financieel resultaat (het geheel van het direct beschikbare geld dat u overhoudt na de verdeling van uw vermogen) niet hoger is dan € 15.423,-. Heeft u persoonlijk meer dan dit bedrag op uw bankrekening staan, dan wordt de toevoeging ingetrokken en betaalt u het met uw mediator overeengekomen uurtarief.
Bekijk onderstaande bron voor meer informatie.
Bron